Zie ook de artikelen op bl. 2346 en 2350.
De belangrijkste bacteriële verwekkers van longinfecties bij patiënten met cystische fibrose (CF) zijn op jonge leeftijd voornamelijk Haemophilus influenzae en Staphylococcus aureus en op oudere leeftijd Pseudomonas aeruginosa.1 Bij 60-80 van de oudere CF-patiënten zijn de longen chronisch met P. aeruginosa geïnfecteerd. Sinds 1972 is in toenemende mate melding gemaakt van longinfecties met Burkholderia (voorheen Pseudomonas) cepacia, aanvankelijk vanuit Canada en de V.S. en sinds enige jaren ook vanuit Groot-Brittannië.2-5 Het percentage CF-patiënten dat chronisch geïnfecteerd is met B. cepacia benadert in sommige Noordamerikaanse centra de 40. In enkele centra in Groot-Brittannië steeg tussen 1986 en 1994 het percentage patiënten met een B. cepacia-infectie van iets meer dan 1 naar eveneens 30-40.67 Sinds het onderkennen van B. cepacia als pathogeen micro-organisme bij patiënten met CF is de microbiologische diagnostiek ervan aanmerkelijk verbeterd. De snelle toename…
Reacties