Cystadenomen met ovarieel stroma in lever en pancreas: aanwijzingen voor embryonale migratie van gonadaal epitheel

Onderzoek
M. Poelma
W.H. Lamers
P. Drillenburg
G.J.A. Offerhaus
D.J. Gouma
T.M. van Gulik
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:320-5
Abstract

Samenvatting

Doel

Het geven van een embryologische verklaring voor de aanwezigheid van ovarieel stroma in cystadenomen van lever en pancreas.

Opzet

Onderzoek van patiënten en embryo's.

Methode

In de periode 1997-2001 werden in het Academisch Medisch Centrum, Amsterdam, 9 vrouwen behandeld met een cystadenoom met ovarieel stroma, waarvan er zich 6 in de lever en 3 in de pancreasstaart bevonden. Bij 1 patiënte met een cystadenoom in de lever had maligne ontaarding plaatsgevonden. In embryo's van 5-8 weken ontwikkeling werden de regionale verschillen in de morfologie van het epitheel van de buikholte in kaart gebracht en werd de ligging van de gonaden ten opzichte van embryonale lever, pancreas en milt onderzocht.

Resultaten

Voordat de descensus van de gonaden in de foetale periode op gang komt, zijn de gonaden direct dorsaal van de lever, pancreasstaart en milt gelegen, maar daarvan gescheiden door de peritoneale holte. De cellen die de urogenitale plooien bekleden, onderscheiden zich van die elders in de peritoneale holte door een opgebolde in plaats van afgeplatte vorm. Deze geactiveerde morfologische kenmerken suggereren dat de bekledende cellen van de gonade bij fysiek contact met de aanliggende organen kunnen loslaten en zich vervolgens kunnen nestelen op en in dat naburige orgaan.

Conclusie

Het is aannemelijk dat cystadenomen van lever en pancreas hun oorsprong hebben in de cellen die het oppervlak van de embryonale gonaden bekleden. De afwijkende vorm van deze bekledende cellen suggereert namelijk dat ze relatief gemakkelijk te mobiliseren zijn. Het mechanisme dat verantwoordelijk is voor de versleping van deze cellen is waarschijnlijk te vergelijken met dat van entmetastasering in de coeloomholte. Gezien de kans op maligne ontaarding van een cystadenoom is de behandeling van keuze radicale resectie van de afwijking.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Afd. Heelkunde: mw.M.Poelma, student geneeskunde; hr.prof.dr.D.J. Gouma en hr.prof.dr.T.M.van Gulik, chirurgen.

Afd. Anatomie en Embryologie: hr.prof.dr.W.H.Lamers, anatoom.

Afd. Pathologische Anatomie: hr.dr.P.Drillenburg en hr.prof.dr.G.J.A. Offerhaus, pathologen.

(t.m.vangulik@amc.uva.nl).

Contact hr.prof.dr.T.M.van Gulik (t.m.vangulik@amc.uva.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties