VRAAG 1. De laatste tijd verschijnen er in de media regelmatig berichten over de zogenoemde ‘Cuba-therapie’ bij retinitis pigmentosa. Is dit een nuttige therapie en is er iets bekend over de lange-termijnresultaten?
ANTWOORD. Retinitis pigmentosa (tapetoretinale degeneratie) is een geleidelijk progressieve degeneratie van het netvlies. De aandoening wordt klinisch gekarakteriseerd door typische pigmentophopingen in de midperiferie van het netvlies (beenbalkjes), vernauwing van retinale arteriolae en atrofie van de oogzenuw. De functievermindering bestaat uit nachtblindheid, naar centraal progressieve uitval van het perifere gezichtsveld (kokergezichtsveld) en uiteindelijk visusdaling. Dit oogheelkundige beeld kan ook bij diverse neurologische en metabole ziekten en syndromen voorkomen. Met retinitis pigmentosa wordt echter in het algemeen de specifieke oogziekte bedoeld. Deze komt familiair voor en kan op diverse wijzen overerven (autosomaal dominant, autosomaal recessief en geslachtsgebonden). De diverse overervingsvormen hebben ieder een eigen prognose. Sporadische gevallen zijn echter ook bekend. Deze oogziekte leidt op den duur meestal tot…
Reacties