Samenvatting
Doel
Vergelijken van de diagnostische accuratesse van een conditionele CT-strategie (alleen CT als de echografie-uitslag negatief of niet eenduidig is) en een directe CT-strategie (CT bij allen) bij patiënten met een vermoeden van acute appendicitis.
Opzet
Subanalyse van een prospectieve multicentrische diagnostische accuratessestudie.
Methode
We analyseerden alleen de gegevens van patiënten met aanwijzingen voor appendicitis op basis van de anamnese, het lichamelijk onderzoek en laboratoriumonderzoek. Alle patiënten ondergingen zowel abdominale echografie als CT. Deze werden elk beoordeeld door een aparte radioloog, die geblindeerd was voor de resultaten van de andere beeldvormende diagnostiek, waarna hij of zij de waarschijnlijkste diagnose selecteerde. We vergeleken deze diagnosen met de referentiestandaard; dit waren einddiagnosen die waren gesteld door een expertpanel op basis van alle beschikbare informatie en een follow-upduur van ten minste 6 maanden.
Resultaten
We includeerden 422 patiënten met een vermoeden van appendicitis. Voor 251 patiënten (59%) was ‘acute appendicitis’ de einddiagnose. Bij 199 patiënten (47%) was de echografie-uitslag negatief of niet eenduidig voor appendicitis. Gebruik van de conditionele CT-strategie leidde tot een vergelijkbaar aantal correct geïdentificeerde patiënten met appendicitis als de directe CT-strategie, respectievelijk 96% (95%-BI: 93-98) en 95% (95%-BI: 91-97). De conditionele strategie resulteerde echter in meer fout-positieve diagnosen (39 vs. 22), een bijbehorende lagere specificiteit van 77% (95%-BI: 70-83) versus 87% (95%-BI: 81-91), en een lagere positief voorspellende waarde van 86% (95%-BI: 81-90) versus 92% (95%-BI: 87-95).
Conclusie
Gebruik van een conditionele CT-strategie leidt tot eenzelfde aantal correct geïdentificeerde patiënten met acute appendicitis, terwijl het aantal noodzakelijke CT-scans halveert. Met de conditionele strategie worden echter ook meer fout-positieve diagnosen gesteld.
Reacties