Coronaire bypasschirurgie in 1971/'80 en in 1995/'96: toegenomen leeftijd en comorbiditeit, gelijke overlevingskans en minder vroege heringrepen 1 en 5 jaar na de operatie

Onderzoek
R.T. van Domburg
J.J.M. Takkenberg
K. Meeter
S.D.A. Valk
L.A. van Herwerden
A.J.J.C. Bogers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:2192-6
Abstract

Samenvatting

Doel

Beschrijven van de karakteristieken van patiënten die in de loop van de laatste 30 jaar een coronaire bypassoperatie (CABG) ondergingen en de uitkomsten na 1 en 5 jaar.

Opzet

Retrospectief.

Methode

Alle 1041 patiënten die een eerste CABG hadden ondergaan in het Thoraxcentrum van het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam in de periode 1 juli 1971-31 mei 1980 (groep I), werden vergeleken met alle 720 patiënten die eveneens zo'n eerste ingreep hadden ondergaan in de periode 1 september 1995-31 december 1996 (groep II). Gegevens over de patiënten, de ingrepen, eventuele heringrepen en sterfte werden verkregen uit statussen, van huisartsen en uit gemeentearchieven. De cumulatieve overlevingskansen en cumulatieve vrijwaring van een heringreep (reCABG of percutane transluminale coronairangioplastiek (PTCA, dotterprocedure)) werden geanalyseerd met de Kaplan-Meier-methode.

Resultaten

Patiënten uit groep I waren gemiddeld 11 jaar jonger dan die uit groep II en waren voornamelijk van het mannelijk geslacht (88 versus 76). Groep-II-patiënten hadden een hogere comorbiditeit dan groep-I-patiënten. De berekende perioperatieve sterfte bedroeg in groep I 1,2 en in groep II 1,6. Na correctie voor de patiëntkarakteristieken was de 5-jaarssterftekans in groep II statistisch significant lager dan in groep I. Het aantal heringrepen gedurende de eerste 5 jaar na de operatie was statistisch significant lager in groep II (7,4 versus 4,2). Onafhankelijke voorspellers van een hoger sterfterisico na 5 jaar waren: verminderde ejectiefractie (groep I en II), uitgebreider vaatlijden (groep I), chronische longziekte, nierfunctiestoornissen en diabetes mellitus (alle groep II). Behandeling met antilipaemica had daarentegen een gunstig effect op de overleving (groep II).

Conclusie

De leeftijd en de comorbiditeit van de geopereerde patiënten waren toegenomen, terwijl de overlevingskans niet minder dan voorheen was en de kans op een vroege heringreep wel.

Auteursinformatie

Erasmus Medisch Centrum, Thoraxcentrum, Dr. Molewaterplein 40, 3015 GD Rotterdam.

Dr.R.T.van Domburg, klinisch epidemioloog; mw.dr.J.J.M.Takkenberg, arts-onderzoeker; mw.dr.K.Meeter, cardioloog; mw.S.D.A.Valk, assistent-geneeskundige; dr.L.A.van Herwerden en prof.dr.A.J.J.C.Bogers, cardiothoracaal chirurgen.

Contact dr.R.T.van Domburg (vandomburg@thch.azr.nl)

Verbeteringen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties