Samenvatting
Doel
Het bepalen van de effectieve dosering morfine, de invloed op een aantal aspecten van kwaliteit van leven en het registreren van bijwerkingen en complicaties bij terminale kankerpatiënten.
Plaats
Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, Amsterdam.
Opzet
Prospectief.
Methode
Bij 40 terminale kankerpatiënten werd een intrathecale catheter ingebracht voor morfinetoediening. De indicatie was; of onvoldoende pijnstillend effect, of te ernstige bijwerkingen van algemeen toegediende opioïden. De catheter werd ‘getunneld’ en verbonden met een externe draagbare pomp voor continue infusie van morfine. Zo nodig diende de patiënt zichzelf een extra dosis toe. In een dagboek legden de patiënten vast: de dagelijkse morfinedosis, bijkomende medicatie, pijnscores gemeten met een visuele analoge schaal (VAS), het aantal extra doses en de activiteiten.
Resultaten
In totaal werden de patiënten 1486 catheterdagen behandeld. De gemiddelde behandelduur was 37,2 dagen (2-183). Bij 30 patiënten (75) was de gemiddelde dosis morfine lager dan 20 mgdag. Het effect van pijnbehandeling was voldoende tot uitstekend (VAS-score < 5) bij 37 patiënten. Er waren 3 patiënten met pijn door myelumcompressie, die nauwelijks reageerde op de intrathecale morfine. Bijwerkingen van de morfine of ontwenningsverschijnselen kwamen voornamelijk voor tijdens de instelperiode. Postpunctiehoofdpijn en wondvochtlekkage konden conservatief worden behandeld. Na accidentele catheterverwijdering (6 patiënten) werd de catheter poliklinisch opnieuw geplaatst. Van de patiënten kregen 2 een meningitis, die adequaat werd behandeld met antibiotica. Binnen 10 dagen kon de catheter opnieuw worden ingebracht.
Conclusie
Continue intrathecale morfinetoediening kan voor terminale kankerpatiënten worden aanbevolen, indien de conventionele pijnbehandeling onvoldoende is.
Reacties