Samenvatting
Doel
Vaststellen in hoeverre klachten die buiten de kantooruren worden gepresenteerd aan de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) van een ziekenhuis en aan huisartsen verschillend zijn en of het volgens de artsen terecht is dat een patiënt contact opneemt.
Opzet
Descriptief.
Methode
Alle klachten die de circa 33.000 patiënten van 22 huisartsenpraktijken presenteerden aan de SEH van een nabij ziekenhuis (zogenaamde zelfverwijzers) en aan dienstdoende huisartsen werden geteld gedurende 2 perioden van ieder 3 maanden. Daarbij werden in beide settings klachten en diagnosen geclassificeerd met behulp van de ‘International classification of primary care’ (ICPC).
Resultaten
De patiënten van deze praktijken namen contact op met een huisarts of bezochten de SEH in een verhouding van 's avonds 2:1 en 's nachts 3:1. Door de huisartsen werden de meeste klachten telefonisch afgehandeld. Op de SEH werden vooral traumata gezien en bij de huisartsen infecties en (complicaties van) chronische ziekten. Huisartsen waardeerden 1 op de 7 contacten als ‘onterecht’ tegen SEH-artsen 1 op de 5.
Conclusie
Er was weinig overlap in de aard van de klachten waarmee patiënten een beroep deden op huisartsen en SEH; er was eerder complementariteit tussen de beide instellingen. De resultaten werden beïnvloed doordat de SEH de mogelijkheid miste om contacten telefonisch af te handelen. Patiënten die geen (acute) medische zorg nodig hadden, deden zowel een beroep op de huisarts als op de SEH.
Reacties