Inleiding
Ten behoeve van kwaliteitsbewaking in de medische zorgverlening bestaat er grote behoefte aan de ontwikkeling van praktisch hanteerbare richtlijnen en aan consensus in het veld van de gezondheidszorg. Dit werd onlangs ook door de staatssecretaris van Volksgezondheid onderstreept.1 Wetenschappelijke inzichten zijn echter niet altijd beschikbaar of eenduidig. De meningen lopen vaak uiteen, niet alleen binnen, maar ook tussen disciplines. Bovendien hebben andere betrokkenen, zoals de overheid, financiers of patiënten, vaak andere doelen en daarmee ook andere opinies over goede zorg.2 Donabedian onderscheidt in dit verband een sociale definitie van kwaliteit (mening van overheid, financiers en beleidmakers), een professionele definitie (mening van zorgverleners) en een geïndividualiseerde definitie (mening van patiënt of consument).3 Om tot bruikbare richtlijnen voor de medische praktijk te komen organiseert het Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing (CBO) sinds 1982 consensusbijeenkomsten. Via een zorgvuldige procedure wordt toegewerkt naar overeenstemming tussen beroepsbeoefenaren.4
Inmiddels zijn…
Reacties