Consensus non-invasieve diagnostiek van perifere arteriële vaatziekte

Onderzoek
P.J.E.H.M. Kitslaar
H. Wollersheim
I. Zwiers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:1133-6
Abstract

Samenvatting

De uitkomsten worden beschreven van een in 1993 belegde consensusbijeenkomst over de rol en de waarde van functioneel niet-invasief vaatonderzoek bij het vaststellen van de ernst en de plaats van arteriële circulatiestoornissen van de onderste extremiteit en bij het opstellen van een therapieplan. Omdat anamnese en lichamelijk onderzoek niet betrouwbaar genoeg zijn voor het inschatten van de ernst van perifere arteriële vaatziekte, is aanvullend vaatfunctieonderzoek nodig. Door meting van de systolische bloeddruk aan de enkel met behulp van een sfygmomanometer, met een manchet om de enkel, en met een Doppler-flowmeter kan men zowel de aan- als de afwezigheid van hemodynamisch significante arteriële obstructies betrouwbaar vaststellen. In geval van geringe vaatvernauwingen kan de gevoeligheid van de enkeldrukmeting worden verhoogd door meting tijdens hyperemie, bij voorkeur opgewekt door een looptest op een tredmolen. Als de enkeldrukmeting onbetrouwbaar is, doordat de arteriën niet kunnen worden samengedrukt, is meting van de bloeddruk aan de teen geïndiceerd. Men achtte zowel segmentele bloeddrukmetingen als Doppler-analyse van de bloedstroom op verschillende niveaus van het been te weinig betrouwbaar voor het lokaliseren van arteriële obstructies, tenzij de obstruerende vaatziekte zich tot slechts één vaatsegment beperkt. In geval van perifere arteriële vaatziekte zijn nauwkeurige, niet-invasieve lokalisatie van de obstructies, alsmede bepaling van hun hemodynamische ernst alleen mogelijk door middel van gecombineerd echo-Doppler-(duplex)onderzoek van de bloedstroom. Duplex-onderzoek kan daarnaast nuttig zijn bij de keuze tussen operatieve behandeling en percutane transluminale angioplastiek van gelokaliseerde stenosen en korte occlusies.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Maastricht.

Prof.dr.P.J.E.H.M.Kitslaar, vaatchirurg; mw.I.Zwiers, vasculair-diagnostisch laborant.

Academisch Ziekenhuis, Nijmegen.

Dr.H.Wollersheim, internist.

Contact dr.J.J.E.van Everdingen, stafmedewerker Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing (CBO), Postbus 20064, 3502 LB Utrecht

Verantwoording

Namens de werkgroep die de consensusbijeenkomst voorbereidde.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties