Samenvatting
Dit artikel bevat de conclusies van een consensusbijeenkomst van het Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing over het signaleren en het behandelen van astma bij kinderen. Doel van het handelen bij astma-patiënten is een maximale controle van de symptomen en een zo gunstig mogelijk lange-termijnverloop te verkrijgen. Astma werd omschreven als een aandoening gekenmerkt door reversibele bronchusobstructie en bronchiale hyperreactiviteit (dat is toegenomen gevoeligheid van de luchtwegen voor aërogene prikkels), met als symptomen kortademigheid, hoesten en (of) piepen door toegenomen gevoeligheid van de luchtwegen voor allergene en niet-allergene prikkels, en met als pathologisch substraat een chronische ontstekingsreactie.
De werkhypothese was dat vroege herkenning van astma en goede behandeling ervan luchtwegproblemen op latere leeftijd kan voorkomen of verminderen. Voor de diagnostiek, het volgen van het ziektebeloop en de controle van de behandeling is het voldoende om over enkele eenvoudige tests voor de longfunctie te beschikken: het bepalen van de expiratoire piekstroom en van het geforceerde expiratoire éénsecondevolume. Indien de symptomen recidiveren of blijvend van aard zijn, is allergologisch onderzoek geïndiceerd.
Uitgangspunten van interventie zijn preventieve maatregelen, waaronder sanering van de leefomgeving, medicamenteuze behandeling, aandacht voor het beleven van de ziekte en voorlichting. Er wordt een gericht medicamenteus behandelingsadvies gegeven in de vorm van een stapsgewijze benadering op basis van een indeling van de ernst van de aandoening in 4 categorieën.
Reacties