Congenitale ptosis van het bovenooglid: reden voor vroegtijdig oogheelkundig onderzoek

Description of the results of clinical investigation and surgical correction in patients with congenital upper eyelid ptosis.

Design

Descriptive.

Setting

The Eye Hospital, Rotterdam.

Method

Evaluation of clinical findings and results of operative treatment in 114 consecutive patients with congenital ptosis.

Results

Amblyopia was present in 20 of the 114 patients, and was caused by stimulus deprivation due to the ptotic eyelid (22), strabismus (48), and refraction disorder (30). Treatment of amblyopia did not induce visual improvement in 7 of the patients (8114). These patients were all older than 7 years, meaning they were probably too old for treatment. Of the 114 patients, 14 showed strabismus without amblyopia, 8 showed abnoraalities of eye movement without squint, an 6 showed torticollis due to the ptosis. At time of referral 28 were younger than 6 years and 35 had already been treated surgically for the ptosis elsewhere. Operative correction of ptosis induced symmetry within 1 mm in 62, and symmetry within 2 mm in 22. Reoperation was performed in 16. Previous operation elsewhere had no influence on the results.

Conclusions

Patients with congenital ptosis frequently show amblyopia, strabismus, and abnormalities of eye movement. In the patients referred to us, amblyopia had not always been diagnosed and treated in time. Ophthalmological examination in the first year of life is indicated in these patients. If the ptotic eyelid induces deprivation amblyopia or torticollis, direct ptosis correction is indicated. It is advised for psychological reasons to correct elective cases at the age of 4 or 5 years. For this reason, also, patients should be referred sooner.

Samenvatting

Doel

Beschrijving van de resultaten van onderzoek en correctie van congenitale ptosis van het bovenooglid.

Opzet

Descriptief.

Plaats

Het Oogziekenhuis Rotterdam.

Methode

Evaluatie van onderzoeksbevindingen en operatieresultaten bij 114 opeenvolgende patiënten met congenitale ptosis.

Resultaten

Van de 114 patiënten met congenitale ptosis hadden er 23 (20) amblyopie, met als oorzaak stimulusdeprivatie door het hangende ooglid (22), strabismus (48) en een refractieafwijking (30). Bij 8114 (7) leidde amblyopiebehandeling niet tot visusverbetering. Deze patiënten waren allen ouder dan 7 jaar en daardoor zeer waarschijnlijk te oud voor deze behandeling. Bij 16 (14) van de 114 patiënten was er strabismus zonder amblyopie, bij 9 (8) oogbewegingsafwijkingen zonder strabismus, en bij 7 (6) torticollis door de ptosis. Bij verwijzing was 28 jonger dan 6 jaar, bij 35 was elders reeds ptosis-chirurgie verricht. Operatieve ptosiscorrectie leidde bij 71 (62) patiënten tot symmetrie binnen 1 mm, en bij 25 (22) tot symmetrie binnen 2 mm. Heroperatie werd bij 18 patiënten (16) verricht. Eerdere operatie elders leidde niet tot andere operatieresultaten.

Conclusies

Bij patiënten met congenitale ptosis komen amblyopie, strabismus en oogbewegingsstoornissen frequent voor. Bij naar ons verwezen patiënten was de amblyopie niet altijd tijdig gediagnostiseerd en behandeld. Oogheelkundig onderzoek binnen het 1e levensjaar is bij deze patiënten geïndiceerd. Bij deprivatie-amblyopie of torticollis door het hangende ooglid is directe ptosiscorrectie geïndiceerd. In electieve gevallen adviseren wij om psychologische redenen ptosiscorrectie op 4- of 5-jarige leeftijd. Ook hiervoor is het noodzakelijk dat de patiënten eerder worden verwezen.