Samenvatting
Aan de hand van een ziektegeschiedenis van een 19-jarige man met een hemorragische diathese wordt gewezen op het klinische belang van een fibrinolyseremmer α2-antiplasmine. Tot nu toe zijn 11 families met patiënten met α2-antiplasminedeficiëntie beschreven (waaronder 5 families uit Nederland). De klinische verschijnselen van de congenitale α2-antiplasminedeficiëntie en de verschillen hierin met hemofilie worden beschreven.
Congenitale α2-antiplasminedeficiëntie kan met een eenvoudige enzymatische bepaling worden vastgesteld. Bloedingen ten gevolge van de deficiëntie kunnen goed worden behandeld met de fibrinolyseremmers aminocapronzuur en tranexaminezuur (Cyklokapron).
Reacties