Samenvatting
Doel
Epidemiologische data over de incidentie, het beloop en de ernst van de complicaties van acute rinosinusitis in Nederland in beeld brengen.
Opzet
Retrospectieve cohortstudie
Methode
Statussen van patiënten die in 2004 waren opgenomen met een complicatie van acute rinosinusitis in een Nederlands ziekenhuis werden bestudeerd. Symptomen van acute rinosinusitis en de complicatie, demografische informatie, medische voorgeschiedenis, behandeling voorafgaand aan het ontstaan van de complicatie, diagnostische technieken, therapie, het beloop en de uitkomst werden genoteerd.
Resultaten
In de studie werden 47 patiënten met 48 complicaties (16 intracraniëel en 32 orbitaal) geïncludeerd. Van de 16 patiënten met intracraniële complicaties (gemiddelde leeftijd: 35,9 jaar) waren er 6 vóór opname behandeld met orale antibiotica. Gedurende de opname werden alle patiënten behandeld met intraveneuze antibiotica en 15 ondergingen een chirurgische ingreep. 8 patiënten herstelden volledig, 3 hadden restverschijnselen en 3 patiënten overleden; van 2 patiënten ontbraken data over de uitkomst. Van de 31 patiënten met een orbitale complicatie (gemiddelde leeftijd: 17,4 jaar) waren er 14 met orale antibiotica behandeld vóór opname. Tijdens opname werden alle patiënten met intraveneuze antibiotica behandeld en ondergingen er 13 een chirurgische ingreep. 27 patiënten herstelden volledig, 2 hadden restverschijnselen bij ontslag uit het ziekenhuis en van 2 ontbraken de data over de uitkomst.
Conclusie
Ernstige complicaties van acute rinosinusitis komen voor in een overigens gezonde populatie. In Nederland is de geschatte incidentie van deze complicaties 1 op de 12.000 gevallen van acute bacteriële rinosinusitis bij kinderen en 1 op de 32.000 gevallen bij volwassen. Deze studie suggereert dat antibiotische behandeling van acute rinosinusitis in de huisartsenpraktijk geen rol speelt in het voorkómen van complicaties.
Reacties