Er is al veel gebeurd om het melden van calamiteiten te bevorderen en het onderzoek daarvan te verbeteren. Het probleem waar ik in dit artikel over spreek, gaat daaraan echter vooraf: is het een complicatie en kan verder onderzoek achterwege blijven, of is het mogelijk een calamiteit en moet er een analyse plaatsvinden?
In Nederland worden de ‘Systematische Incident Reconstructie en Evaluatie’ (SIRE) en het ‘Prevention and Recovery Information System for Monitoring and Analysis’ (PRISMA) veel gebruikt om calamiteiten te onderzoeken. Zo’n onderzoek wordt door de zorgverlener in gang gezet. Maar ik hoor vaak van patiënten dat zij het als dubieus ervaren dat zorgverlener en instelling zelf de mogelijkheid hebben om een gebeurtenis als complicatie dan wel als calamiteit aan te merken, zonder dat de betreffende patiënt gehoord wordt.
De dynamiek van de arts-patiëntrelatie kan ingrijpend veranderen als er bij de zorgverlening iets mis is gegaan. Vooral als er verschil van inzicht ontstaat over de vraag of de arts iets verkeerd heeft gedaan. Arts en patiënt kunnen zo tegenover elkaar komen te staan. Een voorheen bestaande vertrouwensband verdwijnt dan snel uit zicht. Dit commentaar schrijf ik vanuit de overtuiging dat een goede relatie tussen arts en patiënt kan worden behouden nadat er iets…
Reacties