Marlies van Wolfswinkel is in opleiding tot internist-infectioloog in het Erasmus MC. Zij werkte eerder onder meer in Malawi en Sierra Leone. In de periode september-december 2015 was zij in Suriname om zich in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo verder te ontwikkelen in de infectieziekten (mvanwolfswinkel@gmail.com).
Vannacht is Sergio opgenomen. 17 jaar, hiv-positief en nu een Pneumocystis jiroveci-pneumonie. Zijn moeder stierf aan aids, maar hoe hij geïnfecteerd is, is onzeker. Het zou een late presentatie van een verticale transmissie kunnen zijn, maar bij deze jongen, kwetsbaar en matig intelligent, soms weken wegblijvend uit het huis van zijn vader, vermoeden we dat hij misbruikt is.
De zorg voor patiënten als Sergio is complex. Het arsenaal aan antiretrovirale middelen is beperkt in Suriname. Het land lijkt op dit gebied een beetje tussen wal en schip te zijn gevallen; te rijk voor steun van internationale organisaties maar niet…
Complexe zorg
Collega Van Wolfswinkel beschrijft een situatie zoals die in het begin van de HIV-epidemie in Nederland ook vaak voorkwam: ontbreken van therapeutische opties en non-compliance (destijds veelal een iv-drugsgebruiker). Indien een dergelijke patiënt verslechterde, was er dus geen behandelmogelijkheid en volgde dus geen overplaatsing naar de IC; er werd zo nodig overgegaan op een palliatieve behandeling. Een vergelijkbaar ziektebeloop heeft ook plaatsgevonden bij de door haar beschreven patiënt, al beschrijft ze niet hoe hij is overleden. Wat ik niet begrijp is dat, terwijl hij "hemodynamisch achteruit" gaat, er is gezocht naar een IC-bed. Immers, er zijn geen therapeutische opties meer voor zijn acute aandoeningen én hij komt door zijn non-complicance ("... ook de maatschappelijk werkers [kregen] geen vat op hem") niet in aanmerking voor anti-retrovirale therapie. Waarom dan gezocht naar een IC-bed?
Hans van der Spoel, intensivist, medio jaren '80 AIOS interne geneeskunde in het OLVG