Ciclosporine (Cyclosporin A) is één van de cyclische polypeptiden die in 1972 in het laboratorium van de firma Sandoz werden geïsoleerd uit de mycelia van bepaalde bodemschimmels afkomstig uit de Verenigde Staten en Noorwegen. De stof had een geringe fungistatische werking en leek weinig toxisch te zijn. Pas bij verder systematisch onderzoek bleek dat ciclosporine een selectieve immunosuppressieve werking had, die zich voornamelijk uitte in een afremming van de produktie van interleukine-2 en gamma-interferon, beide functies van de helper-T-cellen. Ook worden de vrijzetting en (of) synthese van interleukine-1 uit monocyten geblokkeerd. Eén van de voordelen van deze selectiviteit is dat ciclosporine de myelotoxische eigenschappen van conventionele immunosuppressiva zoals azathioprine mist.12
In 1977 werd ciclosporine voor het eerst toegepast als immunosuppressivum bij niertransplantatie; doordat de niet uit het dierexperiment bekende nefrotoxiciteit van het middel aanvankelijk versleten werd voor een afstotingsreactie van het transplantaat, heeft het enkele jaren geduurd alvorens…
Reacties