Patiënten met een osteoporotische wervelinzakkingsfractuur worden doorgaans conservatief behandeld. Zijn patiënten met aanhoudende pijnklachten niet beter geholpen met een percutane cementinjectie in de gebroken wervel?
Samenvatting
Doel
Vergelijken van percutane vertebroplastiek (PV) met een schijnbehandeling bij patiënten met een chronisch pijnlijke osteoporotische wervelinzakkingsfractuur met het oog op pijn, levenskwaliteit en functioneren.
Opzet
Gerandomiseerd onderzoek met controlegroep (RCT).
Methode
Patiënten met osteoporose en ≥ 3 maanden aanhoudende pijn vanwege een wervelinzakkingsfractuur konden deelnemen aan het onderzoek. De primaire uitkomstmaat was verandering van de pijnscore op de visueel analoge schaal gedurende 12 maanden na interventie vergeleken met de pijn daarvoor. Secundaire uitkomstmaten waren veranderingen van de scores op het gebied van levenskwaliteit – gemeten met de ‘Quality of life questionnaire of the European Foundation for Osteoporosis’ – en het functioneren – gemeten met de ‘Roland Morris disability questionnaire’.
Resultaten
De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 69 jaar in de PV-groep en 71 jaar in de controlegroep. De aanvankelijk pijnscore was 7,6 in de PV-groep en 7,3 in de controlegroep; na 12 maanden was dat respectievelijk 3,9 en 5,1. Na 12 maanden was de verandering in de pijnscore (gemiddeld verschil: 1,3) en de score voor levenskwaliteit (gemiddeld verschil: 5,2) in de PV-groep statistisch significant gunstiger dan in de controlegroep. De score voor het functioneren veranderde gemiddeld met 7,1 punten in 12 maanden tijd, met een trend in het voordeel van de PV-groep.
Conclusie
Bij patiënten met ≥ 3 maanden pijn vanwege een osteoporotische wervelfractuur is percutane vertebroplastiek effectiever dan conservatieve therapie als het gaat om pijnverlichting en verbetering van levenskwaliteit. Beide behandelingen hebben een vergelijkbaar effect op het functioneren.
Reacties