Een deel van de lymepatiënten houdt na een behandelde Borrelia-infectie langdurig klachten, zoals moeheid, pijn en concentratieverlies. Ook zijn er patiënten met dergelijke klachten bij wie nooit een Borrelia-besmetting is aangetoond. Er zijn verschillende visies op de oorsprong van deze langdurige klachten en op de behandeling ervan, en dat leidt soms tot verhitte discussies.
In de zomer van 2013 verscheen het Gezondheidsraadrapport ‘Lyme onder de loep’.1 Het advies werd naar aanleiding van een burgerinitiatief uitgebracht met het verzoek van het ministerie van VWS om het patiëntenperspectief nadrukkelijk mee te nemen. Hoewel in het rapport wel degelijk aandacht besteed werd aan dat perspectief van patiënten, bleek dat de Lymevereniging niet tevreden was over het advies. In het rapport worden 6 categorieën patiënten onderscheiden, en met name de beschrijving van het beleid bij de vijfde categorie (mensen met langdurige aspecifieke klachten en een bevestigde Borrelia-besmetting) en de zesde categorie (mensen met langdurige aspecifieke klachten bij wie geen Borrelia-besmetting is aangetoond) leidde tot ongenoegen. Vooral de uitspraak dat cognitieve gedragstherapie mogelijk bij deze categorieën patiënten zinvol zou kunnen zijn, was een doorn in het oog van de Lymevereniging.
Het rapport lokte dan ook een stevige reactie uit van de Lymevereniging, die in september van…
Reacties