Chronische buikpijn en cognities

Opinie
Gijs Bleijenberg
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A2280
Abstract

Welbewuste replicatie van eerder verricht onderzoek vindt in de wetenschap zelden plaats – het is voor wetenschappers veel aantrekkelijker nieuwe bevindingen te melden. Het artikel van Weijenborg et al. over het beloop van pijn en voorspellers van herstel bij vrouwen met chronisch buikpijn, is hierop een uitzondering.1,2 Hoewel het niet als zodanig was bedoeld, is het in feite een replicatie van eerder onderzoek,3,4 waaraan ik zelf heb meegewerkt.

Weijenborg et al. legden aan 131 patiënten met lichamelijk onverklaarde buikklachten die een polikliniek Gynaecologie bezochten, allerlei vragenlijsten voor. Van deze patiënten werden 84 (64%) ongeveer 3 jaar later opnieuw bevraagd. De studie uit 1987 onderzocht op dezelfde wijze 227 patiënten met lichamelijk onverklaarde buikklachten die verwezen waren naar een polikliniek Inwendige Geneeskunde, en verkreeg van 209 (92% ) follow-upgegevens bijna 2 jaar later (de 66 patiënten met organisch verklaarde buikklachten blijven hier buiten beschouwing).3 Beide onderzoeken keken naar…

Auteursinformatie

Gijs Bleijenberg , Radboud University Nijmegen Medical Centre

Universitair Medisch Centrum St Radboud, Nijmegen.

Contact Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid: prof.dr. G.Bleijenberg, klinisch psycholoog (G.Bleijenberg@nkcv.umcn.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 20 mei 2010

Vermindering van chronische buikpijn bij vrouwen die minder catastrofaal denken*
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties