Samenvatting
Doel
Inventariseren van het aantal chirurgische complicaties bij chronische ambulante peritoneale dialyse (CAPD).
Opzet
Retrospectief (1980-1989), gedeeltelijk prospectief (1987-1989) onderzoek.
Plaats
Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem.
Methode
In de periode oktober 1980-december 1989 werden 101 patiënten (54 mannen (gemiddelde leeftijd 52,5 jaar) en 47 vrouwen (49,6 jaar)) met terminale nierinsufficiëntie voor CAPD in behandeling genomen. Volgens een standaardprocedure werd een Tenckhoff-catheter met dubbele manchet ingebracht. Het aantal chirurgische complicaties (malpositie, lekkage, obstructie, catheterpoort- en tunnelinfecties, exogene en endogene peritonitiden) werd vastgelegd. Aan de hand van het aantal catheterverwijderingen werd volgens Kaplan-Meier de behandelduur berekend.
Resultaten
Bij 101 patiënten werden 123 catheters geïmplanteerd; 33 catheters werden verwijderd. Na 1 jaar functioneerde 85 van de catheters, na 2 jaar 64 en na 3 jaar 53. De meeste catheters gingen verloren ten gevolge van recidiverende peritonitiden in de eerste 5 jaar. Er werden 187 peritonitiden vastegesteld.
Conclusie
De periode waarin een catheter functioneert, is toegenomen met de verbeterde vloeistofwisseltechnieken, waardoor het aantal peritonitiden sterk is afgenomen. Het verdient aanbeveling patiënten op diverticulose te screenen alvorens met CAPD te beginnen en aandacht te besteden aan de preventie van catheterpoort- en tunnelinfecties.
Reacties