Samenvatting
In een gerandomiseerd onderzoek werden de resultaten vergeleken van herniotomie en chemonucleolyse bij 151 patiënten met een hernia nuclei pulposi L.4-L.5 of L.5-S.1. Alle patiënten beantwoordden aan strenge selectiecriteria. Van de patiënten ondergingen 78 herniotomie en 73 chemonucleolyse. Een verergering van de radiculaire pijn binnen 30 dagen na de behandeling werd aangegeven door 16 patiënten (22) die chemonucleolyse ondergingen en door geen van de geopereerde patiënten. Binnen de controleperiode van één jaar moesten 18 patiënten (25) na chemonucleolyse alsnog herniotomie ondergaan en moesten 2 patiënten (3) na herniotomie opnieuw worden geopereerd, een statistisch significant verschil (p < 0,0001).
De resultaten van operatie na voorafgaande mislukte chemonucleolyse waren bij 7 van de 16 patiënten bevredigend en bij 9 onbevredigend. Het uiteindelijke resultaat van de chemonucleolyse, inclusief herbehandeling, was bij 73 van de patiënten bevredigend en in de groep van de primair geopereerde patiënten bij 79. Dit verschil ten gunste van operatie is evenwel, ook meer gedetailleerd beoordeeld, niet statistisch significant.
Reacties