Samenvatting
Doel
Vergelijken van de kwaliteit van cervixuitstrijkjes afgenomen door doktersassistentes met die van uitstrijkjes afgenomen door de huisartsen van dezelfde praktijken.
Opzet
Retrospectief.
Methoden
Gegevens werden verzameld over de 1672 uitstrijkjes die in het kader van het bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker waren afgenomen en waren geregistreerd in 13 huisartspraktijken in Limburg gedurende het jaar 1997. De uitslagen van uitstrijkjes gemaakt door doktersassistentes werden vergeleken met die gemaakt door huisartsen op de kwaliteitsindicatoren ‘aanwezigheid van endocervicale cellen’ en ‘afwezigheid van Pap-0’.
Resultaten
In 481 uitstrijkjes afgenomen door 17 doktersassistentes ontbraken endocervicale cellen bij 12,3. Dit is meer dan in 1191 uitstrijkjes afgenomen door 22 huisartsen (7,2); relatief risico: 1,70 (95-betrouwbaarheidsinterval: 1,23-2,70). Gelijkaardige, maar niet statistisch significante verschillen werden gevonden voor Pap-0-uitslagen en pathologische uitslagen. De doktersassistentes hadden veelal 1-2 jaar ervaring. Het percentage uitslagen zonder endocervicale cellen van de uitstrijkjes gemaakt door doktersassistentes was behoorlijk in vergelijking met het gemiddelde van 10 voor heel Nederland.
Conclusie
De cervixuitstrijkjes verricht door doktersassistentes waren van mindere kwaliteit dan de uitstrijkjes verricht door de huisartsen, maar de kwaliteit was bijna even goed als het landelijk gemiddelde.
Reacties