Cervixcarcinoom in een vroeg stadium operatief behandeld in het Leids Universitair Medisch Centrum, 1984-1996: ook infiltratiediepte, aantal en bilateraliteit van lymfeklierstations met metastasen prognostisch voor recidiefvorming

To analyse local tumour parameters of early cervical cancer that might be of prognostic significance for tumour relapse in the pelvis.

Design

Retrospective.

Method

Data were collected from 308 patients who underwent radical hysterectomy and pelvic lymphadenectomy in the years 1984-1996 in the Leiden University Medical Centre, the Netherlands. Treatment policies and operating staff were the same during the study period. The existence of relapse was studied by physical, gynaecological, laboratory and, if indicated, radiological examination.

Results

Data on 294 patients were available for analysis. Their mean age was 45 years (range: 21-82). Postoperative radiation treatment was given to 119 patients (40). Mean follow-up duration was 36 months (range: 1-136). Recurrences had developed in 46 patients (15.6), 29 of whom had died. The calculated overall 5-year survival rate was 83; 91 for those with negative and 53 for those with positive pelvic nodes. The calculated recurrence-free-5-year survival rate was 75 for the entire group, 83 for the patients without and 47 for those with lymph node metastases. When more than one lymph node region was affected, 5-year disease free survival was 19 and when lymph node metastasis occurred bilaterally, it was 22. Multivariate analysis revealed that lymph node involvement (hazard ratio: 4.4), parametrial involvement (5.5), tumour size > 30 mm (4.6) and depth of invasion > 10 mm (5.1) were independent factors of prognostic significance for disease free survival. The current indications for adjuvant treatment might be extended with infiltration depth. The number and the bilaterality, if any, of affected lymph node stations might be indication for additional adjuvant therapy.

Samenvatting

Doel

Het identificeren van lokale tumorfactoren van het vroege stadium van cervixcarcinoom die prognostisch zijn voor het ontwikkelen van een lokaal of locoregionaal recidief.

Opzet

Retrospectief.

Methode

Verzameld werden klinische en histologische gegevens van 308 patiënten met een cervixcarcinoom die in de jaren 1984-1996 een radicale hysterectomie met pelviene lymfadenectomie ondergingen in het Leids Universitair Medisch Centrum. Behandelingsprocedures en operateurs waren dezelfde gedurende de onderzoeksperiode. Het ontstaan van recidief werd onderzocht door algemeen lichamelijk, gynaecologisch en laboratoriumonderzoek, en op indicatie radiologisch onderzoek.

Resultaten

Er waren gegevens van 294 patiënten beschikbaar voor analyse. Hun gemiddelde leeftijd was 45 jaar (uitersten: 21-82). Er hadden 119 patiënten adjuvante radiotherapie (40,5) ondergaan. De follow-upduur was gemiddeld 36 maanden (uitersten: 1-136). Recidief was ontstaan bij 46 patiënten (15,6), van wie 29 waren overleden. De berekende 5-jaarsoverleving voor de gehele groep bedroeg 83; 91 voor de patiënten zonder en 53 voor die met lymfekliermetastasen. De berekende recidiefvrije 5-jaarsoverleving was 75 voor de hele groep, 83 voor de patiënten zonder en 47 voor die met lymfekliermetastasen. Wanneer meer dan 1 lymfeklierstation was aangedaan, was de recidiefvrije 5-jaarsoverleving 19 en als de lymfekliermetastasering zowel links als rechts optrad, 22. Multivariate analyse resulteerde in lymfekliermetastasen (‘hazard ratio’: 4,4), parametriumingroei (5,5), tumorgrootte > 30 mm (4,6) en infiltratiediepte > 10 mm (5,1) als onafhankelijke prognostische factoren voor de recidiefvrije overleving. Overwogen zou kunnen worden aan de bestaande indicaties voor adjuvante behandeling infiltratiediepte toe te voegen. Bij meerdere aangedane lymfeklierstations zou de bestaande adjuvante behandeling uitgebreid kunnen worden.