Bij patiënten die met succes gereanimeerd worden na een cardiopulmonale stilstand (CPS) bedraagt de uiteindelijke sterfte 60 tot 90. Bij 40 tot 70 van deze patiënten wordt hersenbeschadiging als belangrijkste doodsoorzaak opgegeven.1 Bovendien vertoont 30 tot 60 van de overlevende patiënten neurologische restletsels.2 De graad van hersenbeschadiging is dus een belangrijke bepalende factor voor de afloop na CPS. Het belangrijkst in het ontstaan van deze postanoxische encefalopathie is ongetwijfeld de duur van de CPS.3 Er is echter een duidelijke discrepantie tussen het feit dat na een CPS-duur van 10 min meestal ernstige hersenbeschadiging optreedt en de experimentele bevinding dat geïsoleerde hersencellen na een ischemieduur van 60 min nog volledig kunnen herstellen. Dit leidde tot de veronderstelling dat bepaalde biochemische processen die de hersenen schade berokkenen nog doorgaan na het herstel van de circulatie. Indien deze veronderstelling juist is, zou de hersenschade na CPS beïnvloed kunnen worden door…
Cerebrale protectie na cardiopulmonale stilstand: realiteit, toekomstdroom of utopie?
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:2114-7
Aanvaard op
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:2114-7
Vakgebied
Reacties