De reeds verschenen artikelen uit deze serie zijn gepubliceerd op bl. 1626, 1627, 1725 en 1835.
Iv. 1. de architectuur van de kern
De celkern bevat, in een gecodeerde, overerfbare vorm, de structurele informatie voor alle in de cel aanwezige eiwitten. Deze informatie is vervat in het DNA (‘deoxyribonucleic acid’), een dubbelstrengs polymeer van 4 verschillende desoxyribonucleotiden, ook wel ‘basen’ genoemd, desoxy-adenosine, -cytosine, -guanine en -thymine (codes: dA, dC, dG en dT). Het totale DNA van een humane celkern is 3 miljard basen lang. Globaal geldt dat ieder eiwit correspondeert met een bepaald deel van het DNA: men zegt dat zo'n deel van het DNA (een gen) codeert voor dat eiwit. DNA kan door de cel niet rechtstreeks in eiwit vertaald worden, maar moet eerst gekopieerd worden als RNA (‘ribonucleic acid’), een polymeer van 4 verschillende ribonucleotiden (A, C, G en uracil (U); de laatste in plaats van thymine…
Reacties