I.1. het celbegrip
De cel is het meesterstuk van de evolutie: alle eigenschappen van levende organismen zijn direct of indirect het gevolg van cellulaire activiteit; groei en ontwikkeling, ziekte, genezing en dood zijn cellulaire processen. Het meercellig organisme, mens, dier of plant, is een dynamisch geheel van samenhangende cellulaire complexen waarvan de activiteiten door een uiterst ingewikkeld communicatienetwerk op korte en lange afstand worden gecoördineerd. Met de door cellen gevormde intercellulaire materie zijn deze complexen aaneengevoegd tot weefsels en organen.
De cellen van het organisme hebben per celpopulatie sterk verschillende cycli van vermenigvuldiging en verval, terwijl ook de elementen van de cel aan voortdurende vervanging van hun samenstellende bestanddelen, zoals eiwitten en lipiden, onderhevig zijn. In een langlevende cel als de leverparenchymcel, die vele maanden tot jaren ‘op zijn post’ blijft en zijn metabole, secretorische en synthetische functies vervult op basis van aangevoerde signalen, blijft geen enkel structureel eiwit langer…
Reacties