Samenvatting
- Vroege opsporing en adequate behandeling van complicaties van diabetes mellitus (DM) betekenen voor veel patiënten behoud van zelfstandigheid en arbeidsgeschiktheid.
- Diabetische retinopathie is niet te voorkomen. Wel is beperking van de schade mogelijk door normoglykemie en normotensie na te streven.
- Omdat zowel exsudatieve als proliferatieve retinopathie kunnen ontstaan zonder visusklachten, is regelmatige oogheelkundige controle noodzakelijk om tijdig de indicatie voor lasercoagulatie te stellen.
- Fundusfotografie is als screeningsonderzoek toepasbaar onder bepaalde voorwaarden; fluorescentieangiografie kan zinvol zijn bij patiënten met onbegrepen visusdaling of diabetische maculopathie
- Voetulcera kunnen bij veel patiënten voorkomen worden door eenvoudige maatregelen: minimaal eenmaal per jaar onderzoek van de voet, identificatie van patiënten met voeten waarbij het risico is verhoogd, educatie van patiënt en familie, aangepast schoeisel en preventieve voetzorg
- De behandeling van voetulcera bestaat uit mechanische drukontlasting, herstel van gestoorde huidcirculatie, behandeling van infectie en oedeem, optimale metabole controle, frequente lokale wondverzorging en educatie. Na een ulcus moet de patiënt levenslang onder controle blijven.
- Bij patiënten met diabetische nefropathie zijn cardiovasculaire complicaties de belangrijkste oorzaken van morbiditeit en sterfte.
- Van alle patiënten met DM ouder dan 10 jaar dient tenminste eenmaal per jaar de urine te worden onderzocht op albumineverlies.
- De behandeling van nefropathie bestaat uit: niet-roken, voldoende lichaamsbeweging, vermindering van eventueel overgewicht, goed samengestelde voeding en vooral behandeling van hypertensie.
- De diagnostiek van hart- en vaatziekten bij patiënten met DM is in principe hetzelfde als die bij andere patiënte
- De behandeling van hypercholesterolemie dient gebaseerd te zijn op een absoluut risico van 20 op hart- en vaatziekten in de volgende 10 jaar. Die grens wordt eerder bereikt bij aanwezigheid van andere risicofactoren zoals microalbuminurie, persisterend hoog HbA1c > 8,5, triglycerideconcentratie > 2,0 mmol/l, of een belaste familieanamnese met myocardinfarct < 60 jaar
- Bij aangetoonde cardiovasculaire ziekte dient men te streven naar optimalisering van de glucosestofwisseling, niet-roken en eventueel medicamenteuze behandeling.
Reacties