CBO-richtlijn 'Osteoporose' (tweede herziening)

- Risk factors for osteoporotic fractures that can be used for case-finding according to the recent guidelines from the Dutch Institute for Health Care Improvement (CBO) include: a vertebral fracture, a fracture past the age of 50, a positive family history, low body weight, severe immobility and the use of corticosteroids.

- Measurement of bone mineral density (BMD) is only recommended for case-finding and not for population screening.

- Measurement of the BMD is advised in women ≥ 50 years of age with a fracture, women with a vertebral fracture regardless of age, women ≥ 60 years of age with three of the following risk factors, and women ≥ 70 years of age with two of the following risk factors: positive family history, low body weight and severe immobility.

- Persons with less than 1000-1200 mg calcium in their daily food who are using corticosteroids, persons with osteoporotic fractures and persons who are being treated with drugs for osteoporosis are eligible for calcium supplementation.

- Vitamin D supplementation is recommended for persons who do not come outdoors.

- For the drug treatment of osteoporosis in the first years after menopause, oestrogens, tibolone and raloxifene may be used.

- It is recommended that postmenopausal women with one or more osteoporotic vertebral fractures or an increased risk and a T-score below –2.5 be treated with a bisphosphonate.

- Patients who are expected to be treated with ≥ 15 mg prednisolone equivalent per day for more than 3 months and postmenopausal women and older men (≥ 70) who will be treated with ≥ 7.5 mg prednisolone equivalent per day should be started on a bisphosphonate as soon as possible.

- Other patients who will be treated with ≥ 7.5 mg prednisolone equivalent per day should take a bisphosphonate if their Z-score is below –1 or their T-score is below –2.5.

Samenvatting

- Risicofactoren voor een osteoporotische fractuur die bruikbaar zijn bij opsporing: een wervelfractuur, een fractuur na het 50e levensjaar, een positieve familieanamnese voor osteoporotische fracturen, laag lichaamsgewicht, ernstige immobiliteit en het gebruik van corticosteroïden.

- Een botmineraaldichtheids(BMD)meting wordt alleen geadviseerd voor opsporing en niet voor screening van de populatie.

- Een BMD-meting is te overwegen bij vrouwen ≥ 50 jaar met een fractuur, een wervelfractuur ongeacht de leeftijd, bij vrouwen ≥ 60 jaar met 3 van de navolgende risicofactoren en bij vrouwen ≥ 70 jaar met 2 van de navolgende risicofactoren: positieve familieanamnese, laag lichaamsgewicht en ernstige immobiliteit.

- Personen die minder dan 1000-1200 mg calcium per dag via de voeding innemen en corticosteroïden gebruiken, personen met osteoporotische fracturen en personen die medicamenteus behandeld worden voor osteoporose komen in aanmerking voor calciumsuppletie.

- Suppletie van vitamine D wordt aanbevolen bij personen zonder blootstelling aan zonlicht.

- Voor medicamenteuze behandeling van osteoporose in de eerste jaren na de menopauze kunnen oestrogenen, tibolon en raloxifen worden gebruikt.

- Het verdient aanbeveling om postmenopauzale vrouwen met een of meer osteoporotische wervelfracturen of een verhoogd risico en een T-score onder –2,5 te behandelen met een bisfosfonaat.

- Bij patiënten die naar verwachting langer dan 3 maanden behandeld gaan worden met ≥ 15 mg prednisolonequivalent per dag en bij postmenopauzale vrouwen en oudere mannen (≥ 70 jaar) die behandeld gaan worden met ≥ 7,5 mg prednisolonequivalent per dag dient zo snel mogelijk gestart te worden met een bisfosfonaat.

- Overige patiënten die behandeld gaan worden met ≥ 7,5 mg prednisolonequivalent per dag komen in aanmerking voor een bisfosfonaat bij een Z-score onder –1 of een T-score onder –2,5.