Samenvatting
Bij 2 patiënten, een 73-jarige en een 46-jarige vrouw, werden gastro-intestinale motiliteitsstoornissen aanvankelijk niet herkend als een paraneoplastisch syndroom bij een kleincellig bronchuscarcinoom. Dit leidde tot overbodige diagnostiek en uitstel in het stellen van de juiste diagnose. Het anti-Hu-syndroom is een paraneoplastisch syndroom, gekenmerkt door aanwezigheid van anti-Hu-antistoffen en neurologische symptomen. Bij ongeveer een kwart van de patiënten met het anti-Hu-syndroom treden gastro-intestinale motiliteitsstoornissen op. De primaire tumor is meestal een kleincellig bronchuscarcinoom. De aanwezigheid van anti-Hu-antistoffen lijkt gunstig voor de oncologische prognose; de prognose van de neurologische symptomen is minder gunstig.
Reacties