Samenvatting
- De meeste prematuur geboren kinderen bij wie in de neonatale fase bronchopulmonale dysplasie (BPD) ontstaat, bereiken tegenwoordig de volwassen leeftijd.
- Volwassenen met BPD hebben een verhoogde kans op respiratoire problemen, zoals luchtwegklachten en longfunctiestoornissen. Bij de luchtwegklachten gaat het om piepen, hoesten of kortademigheid.
- Longfunctieonderzoek bij volwassenen met BPD laat bronchusobstructie, bronchiale hyperreactiviteit, diffusiestoornissen en een beperking van het inspanningsvermogen zien.
- Pathofysiologisch is het beeld niet hetzelfde als dat van astma en een standaardastmabehandeling is dan ook niet effectief.
- Tegenwoordig worden premature kinderen behandeld met surfactans, waardoor minder intensieve beademing en minder zuurstof nodig zijn. Het klassieke BPD-beeld, ontstaan door beschadiging en littekenweefsel, komt daardoor steeds minder vaak voor, maar een nieuw BPD-beeld dient zich aan. Dat wordt gekenmerkt door grote, onregelmatig gevormde sacculi dan wel alveoli met een slechts beginnende septatie en arme vascularisatie.
- Bij ex-prematuren met chronische luchtwegklachten is een uitvoerige analyse gewenst: men dient uitgebreid longfunctieonderzoek te verrichten en onder andere stikstofoxide in de uitademingslucht te meten.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2445-51
Reacties