Botnecrose als gevolg van chemotherapie bij hematologische maligne aandoeningen

Klinische praktijk
R. Pieters
A.H.M. Taets van Amerongen
A.I. van Brenk
A.J.P. Veerman
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:2117-22

Nu de behandelingsresultaten van maligne lymfomen en leukemie in de laatste decennia sterk verbeterd zijn, is er meer aandacht gekomen voor de bijwerkingen van de behandeling. Onlangs werden in dit tijdschrift de late gevolgen van de behandeling van kinderen met leukemie besproken.1 Een bijwerking waarvan de laatste jaren steeds vaker melding wordt gemaakt, is botnecrose. In dit artikel zal een overzicht worden gegeven van hetgeen in de literatuur bekend is over het ontstaan van botnecrose als bijwerking van chemotherapie bij patiënten met hematologische maligne aandoeningen.

Pathogenese en etiologie

Botnecrose komt vaak voor bij patiënten met leukemische haarden in het beenmerg, maar ze wordt ook gezien bij patiënten met leukemie en maligne lymfomen die in beenmergremissie zijn.2-19 Deze bevindingen hebben geleid, tot de hypothese dat ook chemotherapie met corticosteroïden en cytostatica van belang zou kunnen zijn bij de pathogenese van botnecrose.

Corticosteroïden

Corticosteroïden worden vaak voorgeschreven bij aandoeningen die…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam.

Afd. Kindergeneeskunde: drs.R.Pieters, arts en drs. bewegingswetenschappen; mw.A.I.van Brenk, assistent-geneeskundige; prof.dr.

A.J.P.Veerman, kinderarts.

Afd. Radiodiagnostiek: mw.A.H.M.Taets van Amerongen, radioloog.

Contact R.Pieters

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties