Samenvatting
Doel
Onderzoeken wat de veranderingen zijn in de borstvoedingscijfers van Amsterdamse zuigelingen van 0-6 maanden in de periode 2009-2015, zowel binnen de totale populatie als voor verschillende etnische herkomstgroepen.
Opzet
Transversaal onderzoek.
Methode
We onderzochten de borstvoedingscijfers voor de periode 2009-2015 van 165.420 registraties van 75.543 zuigelingen van 2 weken, 3 maanden en 6 maanden voor de gehele Amsterdamse populatie en voor verschillende herkomstgroepen. Verschillen werden getoetst met χ2-toetsen.
Resultaten
Tussen 2009 en 2015 steeg het gewogen percentage totale borstvoeding (volledige borstvoeding inclusief gecombineerde voeding) in de gehele Amsterdamse onderzoeksgroep (2 weken: 87,8 naar 89,1%; 3 maanden: 61,6 naar 63,6%; 6 maanden: 39,5 naar 42,2%). De toenames waren vooral te danken aan de toenames in de gewogen percentages volledige borstvoeding. De Turkse groep had het hoogste percentage volledige borstvoeding en de Antilliaanse/Arubaanse en Surinaamse groepen het laagste.
Conclusie
In Amsterdam steeg zowel het percentage totale borstvoeding als het percentage volledige borstvoeding gedurende de periode 2009-2015, maar er is ruimte voor verbetering. Vooral kinderen van Surinaamse of Antilliaanse/Arubaanse herkomst kunnen baat hebben bij de promotie van borstvoeding, al dan niet in combinatie met kunstvoeding. Om etnisch-specifieke interventies in te kunnen zetten moet eerst meer inzicht gekregen worden in de redenen van de lage borstvoedingscijfers binnen specifieke groepen.
Reacties