artikel
Heel veel van wat wij dagelijks doen heeft op de ene of de andere manier te maken met angst. Dat is vreemd noch erg: angst is nu eenmaal een van de meest primaire emoties en een evolutionair stevig geconserveerde motivator voor ons doen en laten.
Door deze bril bekeken staat dit nummer bol van angst. Neem de angst van een patiënt die in het buitenland is gebeten door een dier en u in paniek opbelt of hij voor rabiës moet vrezen? Weet u dan wat u moet adviseren? Na het lezen van het commentaar van Cornelis de Pijper en collega’s wel (D3734).
Zelf ben ik ook continue een beetje bang, bijvoorbeeld om een potentieel dodelijke ziekte te missen bij iemand met aspecifieke klachten. Een paar jaar geleden misten wij in mijn eigen ziekenhuis aanvankelijk de diagnose myocarditis. Dat ging uiteindelijk net goed, maar de natuur is niet altijd vergevingsgezind, zo valt te lezen in de klinische les van deze week (D3316).
Een bijzondere vorm van angst is gekoppeld aan het gebruik van moderne technologie. Mensen met talent voor paranoïde gedachten fantaseren weleens over technologie die hun leven of gedachten ‘overneemt’. Zulke angsten kunnen ook zomaar opduiken bij iemand met een pacemaker die draadloos kan communiceren. Sanne Groeneveld en collega’s leggen uit dat dit niet eens helemaal ondenkbeeldig is (D3690). ‘De vraag is of dit gevaar de angst hiervoor rechtvaardigt’, staat er doodleuk in dit artikel, maar zo werkt angst helaas niet. ‘Terechte’ en ‘onterechte’ angst vind ik maar moeilijke concepten.
Gelukkig is angst meestal niet zozeer ‘onterecht’ als wel ‘eindig’ omdat het allemaal reuze meevalt. Het meisje met de paarse kin had bepaald geen ernstige ziekte (D3596).
Reacties