Inleiding
Er zijn twee manieren om een te hoog bloedsuikergehalte te normaliseren: parenterale toediening van insuline en gebruik van sulfonylureumderivaten of biguaniden per os. Beide manieren worden toegepast bij diabetes mellitus. Voor de definitie van diabetes mellitus type I (insuline-afhankelijke diabetes mellitus) en diabetes mellitus type II (niet van insuline-afhankelijke diabetes mellitus) houde men zich aan de criteria van de WHO.1
Aangezien diabetes mellitus type I gekenmerkt wordt door een absoluut insulinetekort is substitutietherapie met exogeen insuline de enige mogelijkheid om ontregeling en keto-acidose te voorkomen. Bij diabetes mellitus type II – met relatief insulinetekort – kan de therapie…
Artikelinformatie
Aanvaard op
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1987;131:748-51
Vakgebied
Reacties