Samenvatting
Na langdurige behandeling met bisfosfonaten kan zogenaamde ‘bisfosfonaatgerelateerde osteonecrose van de kaak’ (BRONJ) optreden, een relatief zeldzame, maar ernstige en moeilijk behandelbare bijwerking.
De incidentie van BRONJ bij patiënten onder behandeling wegens osteoporose is laag en ligt rond de 0,1%. Binnen de oncologie, waarbij hogere intraveneuze doseringen worden gebruikt, ligt het voorkomen hoger; deze varieert tussen de 3-10%.
Risicofactoren voor BRONJ zijn invasieve behandeling zoals tandextractie, wortelkanaalbehandeling en plaatsing van tandimplantaten, of trauma in de vorm van drukplaatsen door een slecht passende prothese.
Geadviseerd wordt om bij patiënten met te verwachten hoog risico een gebitscontrole uit te laten voeren door tandarts of kaakchirurg en het gebit zo nodig te saneren vóór de start van de behandeling met bisfosfonaat.
Tijdens de behandeling met bisfosfonaten dienen alle patiënten een goede mondhygiëne in acht te nemen, regelmatig hun gebit te laten controleren en bij eventuele mondklachten een tandarts te consulteren.
Het is belangrijk dat voorschrijvende artsen, tandartsen en kaakchirurgen op de hoogte zijn van het gebruik van bisfosfonaten door hun patiënten en van BRONJ als mogelijk bijwerking. Dit vereist samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de diverse behandelaars.
Reacties