Biomarkers voor alcoholmisbruik

Klinische praktijk
Albert van de Wiel
Jos P.M. Wielders
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B160
Abstract

Samenvatting

  • Het opsporen van chronisch alcoholmisbruik is moeilijk.

  • Hiervoor zijn biochemische indicatoren, onderverdeeld in directe indicatoren (ethanol en metabolieten van ethanol) en indirecte indicatoren, die de effecten van alcohol op organen of de stofwisseling weerspiegelen.

  • Klassieke indicatoren, zoals ‘mean corpuscular volume’ en γ-glutamyltranspeptidase (γGT) hebben onvoldoende specificiteit en sensitiviteit.

  • Ethylglucuronide (EtG) is een nieuwe directe indicator met een hoge specificiteit, die in urine bepaald kan worden.

  • Tegenwoordig is koolhydraatdeficiënt transferrine (CDT) de meest relevante indirecte indicator. De sensitiviteit is 40-95% en de specificiteit 80-95%, afhankelijk van de onderzochte populatie. De combinatie met een γGT-bepaling kan de sensitiviteit nog verhogen.

  • Voor het monitoren van alcoholabstinentie op de korte termijn (tot 5 dagen) is de bepaling van EtG geschikt, voor de middellange termijn (2-3 weken) die van CDT. Beide bepalingen kunnen uitgevoerd worden op apparatuur voor biochemische routinebepalingen.

Auteursinformatie

Meander Medisch Centrum, Amersfoort.

Afd. Interne Geneeskunde: dr. A. van de Wiel, internist.

Afd. Klinische Chemie: dr.ir. J.P.M. Wielders, klinisch chemicus.

Contact dr. A. van de Wiel (a.vande.wiel@meandermc.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 11 augustus 2008

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties