Veel psychiatrische patiënten worden ten onrechte niet (of niet adequaat) met psychofarmaca behandeld – dat is de meest in het oog springende conclusie van een kort geleden verschenen rapport van de kerngroep Biologische Psychiatrie.1 Het rapport werd uitgebracht op verzoek van de Geneeskundige Hoofdinspectie voor de Geestelijke Volksgezondheid. Het schetst in grote lijnen de snelle ontwikkeling van de biologische psychiatrie sinds de introductie van de eerste antipsychotica in de jaren vijftig. Daarna wordt ingegaan op verleden, heden en toekomst van de biologische psychiatrie in Nederland. De werkgroep constateert dat biologisch-psychiatrische behandelmethoden (vooral psychofarmaca) te weinig (of inadequaat) worden toegepast. Het wetenschappelijk onderzoek op biologisch-psychiatrisch terrein blijft in kwantiteit en kwaliteit achter bij wat men zou mogen verwachten. In onderwijs en opleiding komen biologisch-psychiatrische zienswijzen en behandelmethoden er bekaaid af.
De aanbevelingen liggen voor de hand: meer aandacht in het facultaire onderwijs, de specialistenopleiding en de nascholing voor de biologische…
Reacties