artikel
Het was best onwennig vond ik, zo’n eerste celloles als volwassen man. Twee jaar cello op de basisschool was indertijd geëindigd met een huilbui in de keuken: ‘Mam ik doe het alleen nog maar voor jou.’ Ik mocht meteen stoppen. Dertig jaar later, onhandig met een strijkstok in mijn hand, had ik gewild dat mijn inmiddels goed ontwikkelde doorzettingsvermogen zich niet pas zo laat had geopenbaard.
‘Een leven lang leren’ klinkt me altijd wat dwingend in de oren, maar ik kijk evengoed met bewondering naar eenieder die zichzelf nieuwe vaardigheden aanmeet. In mijn tijd op de Erasmus Universiteit ging een hoogleraar gewoon met een hele groep promovendi mee naar een vijfdaagse cursus ‘advanced decision-analytic modelling in R.’ Moedig vond ik dat, om in een nieuwe programmeertaal te leren doen wat ze al jaren deed, met het risico dat een jongere generatie naar je kijkt en zegt: ‘Goh typ jij nog met twee vingers’. Maar vooral een prachtig voorbeeld: zij maakte hier ondanks een druk schema tijd voor.
‘Typ jij nog met twee vingers?’
Knap vond ik ook de patiëntvertegenwoordigers die op een dinsdagmiddag bijeen kwamen om zich te laten informeren over een uiterst ingewikkeld doelmatigheidsmodel voor oncolytica. Het ging over hazard ratio’s uit netwerk meta-analyses en survivalfuncties op registratiedata. Bepaald geen lichte kost. Maar als de toegang van nieuwe behandelingen voor je achterban afhangt van wiskundige modellen kun je ze maar beter goed leren begrijpen om er zinnige invloed op uit te oefen.
En dat geldt eigenlijk evengoed voor medisch specialisten: doelmatigheidsmodellen hebben een grote invloed op de toelating van nieuwe geneesmiddelen tot het basispakket en zullen een steeds grotere rol gaan spelen in richtlijnen. Ook het integraal zorgakkoord staat er vol mee. Deze modellen worden pas echt goed als kennis uit de kliniek z’n weg vindt naar parameters in het model. Ik hoop op goed onderwijs hierover in de bachelor geneeskunde. Over zowel de analytische methoden, als over de rechtvaardigheidsopvattingen die in de ‘doelmatigheid’ verscholen zit. Dat scheelt een hoop bijleren later.
Het is niet alleen maar leuk om op latere leeftijd nog iets te leren. Ik speel met plezier cello en het klinkt langzaamaan al ergens naar, maar och, wat gaat het traag. En dan nog dat eerste optreden. In een volle zaal op de muziekschool tussen de kinderen. Met de directeur die voor aanvang door de microfoon aan de zaal vraagt: ‘Heeft iedereen geplast?’
Reacties