Samenvatting
Bernard Brouwer (1881-1949) werd in 1923, na een opleiding bij Winkler en een onderzoeksperiode op het Centraal Instituut voor Hersenonderzoek in Amsterdam, de eerste Nederlandse hoogleraar in de neurologie aan de Universiteit van Amsterdam, los van de psychiatrie. Zijn belangrijkste wetenschappelijk werk betrof de vergelijkende anatomie van het cerebellum en de projectie van retinavezels op het corpus geniculatum en de occipitale cortex. Brouwer kreeg internationale faam en tijdens een van zijn Amerikaanse lezingencycli werd hem in 1926 gevraagd de nieuwe leerstoel voor experimentele neurologie aan de Johns Hopkins University te bekleden. Dat verzoek wees hij af, maar in plaats daarvan richtte hij een nieuwe universiteitskliniek voor neurologie in Amsterdam op, waarin ook neurochirurgie een plaats had. Wel stuurde hij een van de chirurgen (Oljenick) naar Amerika om door Cushing te worden opgeleid. De Amsterdamse kliniek voor neurologie werd een centrum voor internationale uitwisseling van studenten in de neurowetenschappen. De beslissingen die hij als rector magnificus tijdens de Tweede Wereldoorlog onder moeilijke omstandigheden nam werden hem in 1945 niet in dank afgenomen. In de laatste jaren van zijn leven was Brouwer directeur van het Centraal Instituut voor Hersenonderzoek.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:2819-24
Reacties