Samenvatting
Weigering van vocht en/of voedsel komt bij verpleeghuispatiënten vaak voor. Indien het besluit om te stoppen met eten en drinken door de patiënt bewust en weloverwogen wordt genomen, spreekt men van ‘versterven’. Een wilsbekwame 73-jarige man, verpleeghuispatiënt, die leed aan een progressieve supranucleaire paralyse wenste, om zich verder lijden te besparen, een einde te maken aan zijn leven door zelf gespaarde slaaptabletten te slikken en vervolgens vocht en voedsel te weigeren. Deze wens stuitte echter op vele morele en juridische bezwaren van de kant van de instelling en door de verpleeghuisarts geraadpleegde deskundigen. Nadere beschouwing achteraf leerde echter dat de patiënt veel onduidelijkheid bespaard was gebleven indien alle betrokkenen beter op de hoogte waren geweest van de juridische en morele kaders. Als artsen de weigering van voedsel en vocht toetsen op vrijwilligheid, weloverwogenheid en duurzaamheid zijn er geen juridische bezwaren. Indien wij als maatschappij accepteren dat wilsbekwame patiënten, die volledig op de hoogte zijn van de gevolgen en van mogelijke alternatieve behandelingswijzen, deze weg willen begaan, lijken er ook geen morele obstakels te zijn.
Reacties