Betere diagnose en prognose MS door ruggenmergscan

Betere diagnose en prognose MS door ruggenmergscan
Twan van Venrooij
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:C1589

artikel

De aanwezigheid van ruggenmerglaesies bij patiënten met een ‘voorloperstadium’ van MS kan bijdragen aan het stellen van de diagnose en geeft bij een deel van de patiënten belangrijke informatie over de kans dat zij uiteindelijk de ziekte zullen ontwikkelen. Dat melden onderzoekers van het VUmc in Neurology (2013;80:69-75).

Madeleine Sombekke en collega’s volgden 121 patiënten met ‘klinisch geïsoleerd syndroom’ – CIS, vaak het eerste teken van de ziekte – prospectief gedurende mediaan 64 maanden. 58 patiënten hadden symptomen met een oorsprong in de hersenen of de oogzenuw, 63 vertoonden klachten die wezen op betrokkenheid van het ruggenmerg. Bij de eerstgenoemde groep laten artsen het maken van een ruggenmergscan vaak achterwege, schrijven Sombekke et al., hoewel asymptomatische laesies frequent voorkomen en mogelijk kunnen bijdragen aan het stellen van een diagnose en het bepalen van de prognose.

Zij gingen daarom na of het maken van een ruggenmergscan een bijdrage leverde aan het stellen van de diagnose ‘MS’ (met behulp van de McDonald-MRI-criteria uit 2010) en of de aanwezigheid van ruggenmerglaesies iets vertelde over het risico op het ontwikkelen van klinisch definitieve MS.

Wanneer de patiënten alleen aan de hand van een hersenscan werden beoordeeld, voldeden 36 patiënten aan de MRI-criteria voor MS. Toen bij de mensen met non-spinale CIS (n = 42) eveneens naar het ruggenmerg werd gekeken, steeg het aantal diagnoses met 6. Dat betekent dat in deze groep 7 ruggenmergscans nodig zijn om 1 extra MS-patiënt te ontdekken.

Verder hadden patiënten met non-spinale CIS en ruggenmerglaesies een 14,4 keer hogere kans op het ontwikkelen van MS dan patiënten zonder ruggenmerglaesies. Bij deze subgroep patiënten levert een ruggenmergscan belangrijke informatie op, aldus de auteurs, vooral omdat deze methode een subgroep CIS-patiënten identificeert met een zeer laag risico op MS.

(Bijdrage: Twan van Venrooij.)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties