‘Mama, wie heb je vandaag beter gemaakt?’, vraagt mijn 4-jarige zoon als ik aan het einde van de dag thuiskom. De vraag vertedert mij. Maar mijn kleine vent zit te wachten op een antwoord. ‘Mama, zeg nou!’ Mijn antwoord komt niet gemakkelijk. In zijn spel met oma zie ik hoe hij mijn vak ziet. Ze heeft hoofdpijn, de dokter steekt een spuit in haar oor en ze is beter. In werkelijkheid is het ingewikkelder.
Mijn echte patiënt voelt zich ziek en weet zeker dat er in zijn lichaam iets mis is dat deze klachten verklaart. Die ziekte moet dus gediagnosticeerd…
Artikelinformatie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:B1048
Reacties