Een chronische infectie met het hepatitis C-virus (HCV) is de enige chronische leverziekte die te genezen is. Als deze onbehandeld blijft, kan een HCV-infectie leiden tot leverfibrose, levercirrose en uiteindelijk een hepatocellulair carcinoom. Een succesvolle behandeling kan het proces van voortwoekerende ontsteking en fibrose stoppen zodat de leverarchitectuur kan herstellen. De gedachte is dat de mortaliteit gerelateerd aan de leverziekte daarmee verbeterd kan worden.1
Van oudsher zijn peginterferon en ribavirine de centrale componenten bij de behandeling van een HCV-infectie. Daarmee slagen we erin, afhankelijk van het virustype, zo’n 40-70% van de patiënten te genezen. De behandelduur is lang, 6-12 maanden, en vrijwel alle patiënten hebben bijwerkingen die soms ook na de kuur voortduren. Sinds kort is het behandelperspectief voor patiënten met een chronische HCV-infectie volledig anders geworden. In korte tijd komen er een aantal middelen op de Nederlandse markt – sommige zijn al geïntroduceerd – die door een combinatie…
Reacties