De NHG-standaard ‘Cardiovasculair risicomanagement (CVRM)’ adviseert om boven een bepaald 10-jaarsrisico op het optreden van hart- en vaatziekten (HVZ) preventieve interventies in te zetten. Dat blijkt problematisch voor volwassenen die jonger zijn dan 45 jaar, omdat het absolute 10-jaarsrisico bij hen vrijwel altijd onder de drempel blijft voor intensieve leefstijladviezen of medicamenteuze interventies, zelfs bij meerdere risicofactoren. Tijd voor een nieuwe aanpak?
Afgaan op het absolute 10-jaarsrisico van mensen jonger dan 45 jaar is misleidend bij cardiovasculair risicomanagement, omdat ongeveer de helft van alle cardiovasculaire gebeurtenissen plaatsvindt in deze groep mensen,1 terwijl hun 10-jaarsrisico vrijwel altijd onder de drempel blijft voor medicamenteuze interventies. Om jongvolwassenen beter te informeren over hun verhoogde risico adviseren Europese richtlijnen daarom alternatieve manieren van risicoberekening: levenslang (‘lifetime’) risico, relatief risico en cardiovasculaire risicoleeftijd.2
Een tweede probleem dat zich voordoet is dat de risicotabellen in de NHG-standaard CVRM niet geschikt zijn om de impact van preventieve behandeling in maat en getal uit te drukken. Nicole Jaspers en collega’s hebben hier recentelijk een methode voor ontwikkeld die ook elders in dit tijdschrift beschreven wordt.3,4 Hoogste tijd voor een nieuwe aanpak, of zitten er nog addertjes onder het gras?
Impact op levenslang risico: twee vliegen in één klap
Levenslang risico behelst het risico gedurende de overgebleven verwachte…
Reacties