Inleiding
Paniekstoornis is een aandoening die gekenmerkt wordt door het onverwacht optreden van aanvallen van intense angst. Deze paniekaanvallen gaan gepaard met vegetatieve verschijnselen. Patiënten zijn tijdens een aanval bevreesd om te sterven, gek te worden of om de controle over zichzelf te verliezen.1 Dikwijls is het optreden van paniekaanvallen gecombineerd met agorafobisch vermijdingsgedrag.
Over de pathogenese van het ziektebeeld bestaat geen communis opinio.2 Naast een biologisch verklaringsmodel, waarvan eerder in dit tijdschrift een overzicht gegeven werd,3 bestaat een psychofysiologisch model.4 In dit verklaringsmodel wordt gesteld dat paniekpatiënten verschijnselen van ‘arousal’ interpreteren als levensbedreigende symptomen en daardoor angstig worden. Deze angst lokt weer nieuwe lichamelijke verschijnselen uit. De patiënt kan in een vicieuze cirkel terechtkomen, waardoor de angst oploopt en uiteindelijk een paniekaanval ontstaat.
Elk van beide modellen vormt het uitgangspunt van een behandelstrategie voor paniekstoornis: een cognitief-gedragstherapeutische en een medicamenteuze benadering. Recentelijk is binnen de…
Reacties