Beleid bij screening van reizigers uit Rotterdam op antistoffen tegen hepatitis A voorafgaand aan eventuele immunisatie: gunstige kosten-batenverhouding

Doel

Kosten-batenevaluatie van het screenings- en immunisatiebeleid voor hepatitis A bij reizigers uit Rotterdam.

Opzet

Descriptief, en kosten-batenanalyse.

Methode

Uit de gegevens van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst voor Rotterdam en Omstreken werden de gegevens verzameld van personen die vaker naar landen reisden waar hepatitis A endemisch is en die geboren waren vóór 1950, ofwel langer dan 10 jaar in een van deze landen hadden gewoond, ofwel ooit geelzucht hadden doorgemaakt. Personen die aan deze criteria voldeden, werden in de periode 1 januari 1996-30 juni 1998 vóór een eventuele immunisatie onderzocht op anti-hepatitis-A-virus(HAV)-antistoffen. Met een kostenanalyse werd beoordeeld of deze aanpak vanuit het oogpunt van de reizigerskosten voordelig was.

Resultaten

Bij 79 van alle 1466 gescreende personen werden antistoffen tegen HAV aangetoond. Onder gescreende Nederlandse autochtonen was de prevalentie van antistoffen met 67 het laagst. Significant hoger was de prevalentie onder personen afkomstig uit Turkije/Marokko (96) en uit Kaapverdië (97). Voor de kosten-batenanalyse lag het omslagpunt, het niveau van de prevalentie van anti-HAV-antistoffen in de populatie waarbij screenen evenveel kostte als ‘blinde’ profylaxe, voor eenmalige, passieve immunisatie tussen 69 en 93. Voor actieve immunisatie lag dit punt rond 17.

Conclusie

De selectiecriteria voor screening zijn effectief voor het identificeren van personen die een grote kans hebben immuun te zijn voor HAV-infecties. Het huidige screeningsbeleid voor antistoffen tegen HAV is kosteneffectief.