Infecties met Gram-negatieve bacteriën kunnen leiden tot Gram-negatieve sepsis, een klinisch syndroom dat wordt gekenmerkt door inadequate perfusie van de weefsels, vaatlekkage en het falen van de functie van vitale organen.1 Ondanks een betere bewaking en behandeling van patiënten met sepsis in de afgelopen jaren, blijft de sterfte als gevolg van Gram-negatieve sepsis hoog (20-60). Endotoxinen, de lipopolysaccharidemoleculen in de buitenmembraan van Gram-negatieve bacteriën, spelen een essentiële rol in de pathogenese van Gram-negatieve sepsis.2 In 1982 beschreven Ziegler et al. het gunstige effect van passieve immunisatie bij patiënten met Gram-negatieve sepsis.3 Het gebruikte immuunserum werd verkregen door vrijwilligers te immuniseren met een mutante Escherichia coli-stam. De verkregen antistoffen toonden een kruisreactie met bekende Gram-negatieve pathogenen zoals E. coli, Pseudomonas, Proteus, Klebsiella species en Neisseria meningitidis. Wisselende postimmunisatietiters en het risico van overdragen van pathogene micro-organismen zijn echter belangrijke nadelen van polyklonale antisera. Deze bezwaren doen zich niet…
Behandeling van patiënten met een door Gram-negatieve bacteriën veroorzaakte sepsis met monoklonale anti-endotoxine-antistoffen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:877-8
Aanvaard op
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:877-8
Vakgebied
Reacties