Samenvatting
De behandeling van patiënten met chronische inflammatoire darmziekten (IBD) volgens de huidige richtlijn is bij de meeste patiënten met IBD succesvol, maar er blijft een groep patiënten bij wie de medicatie niet werkt. Bij onvoldoende effect van de aanvankelijke medicatie wordt relatief snel de stap gezet naar medicatie in een 'hogere' klasse. Dit is niet altijd nodig. Bij therapiefalen kan allereerst gekeken worden naar therapietrouw en naar de dosering. Meting van de metabolieten van purineantagonisten is behulpzaam bij het zoeken naar de optimale dosering. Uit die meting kan blijken dat een eerder gegeven middel alsnog een optie is. Methotrexaat lijkt, ondanks bewezen effectiviteit, minder vaak voorgeschreven te worden. Voor patiënten die ook op optimale dosering van anti-tumornecrosefactor(TNF) onvoldoende reageren, zijn middelen met nieuwe aangrijpingspunten op komst. Met name vedolizumab, een leukocytenadhesie-remmer, toont hoopgevende resultaten.
Reacties