Dit artikel besteedt aandacht aan recent gestart klinisch multicentrisch onderzoek in Nederland.
Achtergrond en het waarom van de studie
Een gedisloceerde extra-articulaire distale radiusfractuur wordt vaak beschouwd als een gunstig fractuurtype. De meeste patiënten met deze fractuur worden conservatief behandeld met gesloten repositie en gipsbehandeling. De functionele resultaten na conservatieve behandeling zijn echter wisselend,1-3 en bij 50% van de patiënten treedt redislocatie op die verdere behandeling behoeft.4 Een keuze voor primaire open repositie en interne fixatie (ORIF) middels een hoekstabiele volaire plaat kan redislocatie voorkomen en resulteren in een sneller en beter herstel van de polsfunctie. In de beschikbare wetenschappelijke literatuur is geen hoogwaardig bewijs te vinden om een goede keuze te maken tussen een conservatieve behandeling of een operatie.5 Daarom is de VIPER-studie opgezet (VIPER staat voor ‘Volar internal plate fixation vs. plaster in extra-articular distal radius fractures). De hypothese van de VIPER-studie is dat patiënten…
Reacties