Beenlengteverschillen kunnen ontstaan door groeistoornissen, als gevolg van infecties of van ongevallen. Bij dit laatste kunnen worden inbegrepen afwijkingen aan het bewegingsapparaat na operatie. Bekende oorzaken uit de genoemde groepen zijn resttoestanden na poliomyelitis of tuberculose, heupluxatie, of na operatie wegens fracturen. Dwangstand in een of beide heupen kan aanleiding geven tot een functioneel beenlengteverschil bij staan en lopen. Niet alle vastgestelde verschillen in beenlengte behoeven echter correctie.
In dit artikel zal worden ingegaan op de technische mogelijkheden, zoals deze zich de laatste 15 jaar hebben uitgebreid, voor die gevallen van beenlengteverschil waarbij voor correctie door middel van een schoenvoorziening wordt gekozen. De keuze tussen operatieve of conservatieve behandeling van beenlengteverschillen komt niet ter sprake.1-4
Aanpassingen aan een confectieschoen
Een beenlengteverschil van minder dan 2 cm wordt vaak niet gecompenseerd, indien geen klachten bestaan. Als dit wel gewenst is, wordt meestal 1 cm meer verhoging onder de hak dan…
Reacties